Erfgoedvrijwilliger Martha van Nederpelt: “Ik wil me verbinden met de grond waarop ik leef”

Bij Erfgoedcentrum Zutphen werken vele vrijwilligers die samen bergen verzetten. Elke maand zetten we een van hen in het zonnetje. Deze keer spraken we met Martha van Nederpelt, zij werkt op de afdeling vondstverwerking bij Team Archeologie, momenteel inkt zij het metaal.

Martha van Nederpelt met metalen voorwerpBij de afdeling vondstverwerking is een verbouwing gaande, maar daar laat Martha zich niet door afleiden. Ze laat de kleine metalen voorwerpen zien waar ze mee bezig is. “Deze zijn opgegraven in 2020 bij huis ‘t Velde.” Ze trekt handschoentjes aan. “Zo komt het zuur en vet van mijn handen niet op het gerestaureerde en geconserveerde metaal terecht.” Ze doopt een kroontjespen in witte inkt en schrijft de vondstcode op een snuiterschaartje.

Verbinding

Martha is sinds een jaar vrijwilliger bij Team Archeologie. “Ik ben twee jaar geleden terug naar Gelderland verhuisd en wilde me zo snel mogelijk verbinden met de mensen van de streek en met de grond waarop ik nu leef en woon.” En dan gaat het Martha niet alleen om de archeologie, maar ook om de natuur, zo telt ze bijvoorbeeld wekelijks vlinders op de Gorsselse Heide. Bij Team Archeologie doet ze werk dat zich aandient. Ze fotografeert bijvoorbeeld ook voorwerpen, zodat die in de database teruggevonden kunnen worden en ze heeft gepuzzeld met de scherven van rood aardewerk. “Dat was niet direct iets voor mij”, lacht Martha. “Maar daar heb ik wel van geleerd om heel goed te kijken. Zit het glazuur aan de binnen- of aan de buitenkant? Is het voorwerp in het vuur geweest? Dat is echt heel erg interessant.”

Monnikenwerk

Voor het kleine werk zijn een vaste hand en concentratie vereist. “Het is echt monnikenwerk, in de positieve zin van het woord, we werken hier voornamelijk in stilte. Ik moet goed kijken dat ik de code op de goede plek zet, zodat die op een tentoonstelling niet zichtbaar is voor het publiek. Nu gebruik ik witte tekeninkt en een kroontjespen, maar soms gebruik ik ook zwarte inkt, eventueel op Tipp-ex.” Martha doet, als het even kan en als er opgravingen zijn, ook heel graag veldwerk. “Dat is best zwaar werk en we werken flink door. Ik vind het heerlijk om met mijn voeten in de klei te staan.” Ze voelt zich hier thuis. “Voor al het archeologische werk is de intrinsieke motivatie het belangrijkst, je moet het echt boeiend vinden. Ik vind het geweldig om bijvoorbeeld een leren schoentje uit de middeleeuwen in mijn handen te hebben of een pot van aardewerk waarbij je kunt voelen waar de pottenbakker zijn vingers heeft gezet.”

Keukengerei

Het allerleukste vindt Martha de potten en pannen. Ze heeft iets met keukens, ze had als zzp’er een cateringbedrijf en heeft een tijdlang een eigen soepfabriek gehad. “De tentoonstelling ‘Hete vuren’ die nu te zien is, is prachtig. Op de schilderijen zie je hoe de keukens in elkaar zaten en met welke relatief eenvoudige middelen er gekookt werd. Maar waarom heeft dat vierkante vuurtestje waarmee de mannen hun kleipijpen aanstaken nu precies deze vorm? En waarom zaten de eieren in zo’n grote taps toelopende aardewerken pot? Ik wil heel graag van alles op keuken- en huishoudgebied onderzoeken.”