Erfgoed van de week: De zaak van het zilveren lepeltje

Door Mirjam van Velzen-Barendsen van het Regionaal Archief Zutphen

In de nacht van 3 op 4 december 1777 wordt er ingebroken in het huis van de Zutphense raadsheer Evert Ludolf van Heeckeren. De buit bestaat uit onder andere 3000 gulden, juwelen en andere waardevolle kleine spullen. Van Heeckeren doet aangifte en de gebeurtenis wordt groot Zutphens nieuws.

 2023 12 20 Informatien
 

Het stadsbestuur ontving verschillende brieven over de verdachte Nicolaas Heijn en bewaarde deze bij de getuigenverklaringen of “informatiën”.

Nicolaas Heijn uit de Spittaalstraat verkoopt de dag erop één zilveren lepeltje aan een zilversmid. Dat blijkt een vergissing. De smid vertrouwt het niet en al gauw staan er mannen bij Nicolaas voor de deur. Hij is een vreemdeling die nog maar drie jaar in Zutphen woont. Hij bewoont een goed gemeubileerd huis en betaalt zijn aanzienlijke aankopen altijd contant. Hoe is dat mogelijk? Hij is slechts een eenvoudig soldaat en jager geweest en heeft op het moment geen werk.

Nicolaas wordt gearresteerd en herhaaldelijk ondervraagd. Maar hij zegt niets en de gestolen spullen van Van Heeckeren worden niet in zijn huis gevonden. Toch wordt Nicolaas niet vrijgelaten, want langzamerhand druppelt er steeds meer belastende informatie over hem binnen. Wanneer de cipier hem op 18 december zijn ontbijt wil brengen, blijkt Nicolaas zichzelf te hebben opgehangen met zijn das, die hij aan de bovenste scharnier van de celdeur heeft vastgemaakt. Hij wordt in stilte en zonder kist buiten de Marspoort begraven.

Dezelfde dag wordt op een zoldertje boven de achterkeuken van zijn huis een touw gevonden, dat leidt naar een holle ruimte achter de schoorsteen. Als iemand eraan trekt verschijnt er onder andere “een grijse linnenzak, wiens boveneinde een weinig omgerold, voorts toe geboenden […], en waar in, bij de openinge, aan den Gerigte gedaan, gevonden waren de juwelen en kleinodien”.

Het zijn de gestolen goederen van Van Heeckeren. Nu Nicolaas schuldig blijkt, mag hij ook postuum zijn straf niet ontlopen. Zijn lichaam wordt opgegraven en naar het raadhuis gebracht. Op 19 december sleept men hem op een horde – een soort slee van takken - met zijn ontblote hoofd iets ervan af hangend, door de straten van Zutphen. Van het Raadhuissteegje gaat de route door de Lange Hofstraat, over de markt en door de Marspoort. Een menigte Zutphenaren volgt de stoet naar het galgenveld op de Mars. Daar wordt het lichaam aan één been opgehangen.

Met dit gruwelijke lot van Nicolaas Heijn komt er een einde aan een lange serie onopgeloste inbraken in de graafschap Zutphen.

In het Oud Rechterlijk Archief van de stad Zutphen vinden we alle “Informatiën”, ofwel de verklaringen van de verdachte en getuigen in deze zaak. Er was ook bij andere instanties geïnformeerd en deze de brieven werden bij het dossier gevoegd. In het Zutphense archief worden veel meer van dergelijke dossiers over andere criminele zaken bewaard: maar liefst 53 pakken, lopende van 1659 tot 1811. Hoeveel spannende detectiveverhalen zou je op basis daarvan kunnen schrijven?