Erfgoed van de Week: Gesloten dakenlandschap

Soms kom je als monumentenzorger op bijzondere Zutphense plekjes. Recentelijk kregen we een vraag over het van buitenaf isoleren van een monumentale kap. Dat betekent dat er in plaats van tussen de sporen of gordingen aan de binnenzijde van de kap, isolatie wordt geplaatst onder de pannen. Vanuit monumentenzorg kijken we op locatie mee of het überhaupt mogelijk is. Wat gebeurt er met het aanzicht, kan het regenwater nog goed weg, krijg je vreemde aansluitingen die tot problemen gaan leiden, is het dak geschikt?

Bij dit bezoek op het dak werden we weer verrast door de kwaliteit van het Zutphense ‘gesloten dakenlandschap’. Maar wat houdt dat eigenlijk in, een gesloten dakenlandschap?

Kappen waren van oudsher gesloten omdat deze vooral als berging dienden. Dakramen waren er niet. Vaak moest men het doen met een venster in de gevel, via een dakkapel of een luik in het dak. Later werden ook glazen dakpannen gefabriceerd voor meer licht in de kap.

Vanaf de negentiende eeuw komen de dakramen in zwang. Maar tot aan het einde van de negentiende eeuw bleven de daken over het algemeen ‘gesloten’ oftewel zonder lichtopeningen. Ook zie je in deze periode de opkomst van zogenoemde daklichten, bijvoorbeeld voor de belichting van een trappenhuis.

Vanaf de twintigste eeuw worden zolders op andere manieren gebruikt. De berging maakt ruimte voor werkkamers, slaapkamers, ateliers, met de nodige aanpassingen aan het dak tot gevolg: dakramen, dakkapellen, loggia’s, zonnepanelen, zonneboilers etc. Uiteraard vormt dit een grote aantasting van het gesloten historische dakenlandschap. Dat is de reden dat de gemeente stuurt op het behoud van het gesloten dakenlandschap en terughoudend is in het toestaan van grote of veel openingen in het dak.